Alles over zonnepanelen
Je hebt besloten, ik wil zonnepanelen! Maar hoe weet je nu welke keuze je moet maken?
We begrijpen heel goed dat je door het bos de bomen niet meer ziet. Er zijn veel verschillende merken zonnepanelen uit verschillende regio’s, waarvan in sommige gevallen ook de techniek afwijkt.
Welke zonnepanelen moet ik kiezen?
Vaak wordt de vraag gesteld ‘welke zonnepanelen zijn geschikt voor mijn dak?’. Het daktype op zich heeft niet zo veel invloed op welk paneel je moet kiezen. Ga bij de keuze van een zonnepaneel uit van de volgende kenmerken:
Kleur en uiterlijk van zonnepanelen
Vermogen van de zonnepanelen
Kwaliteit en garantie van zonnepanelen
Als je eerst de keuze voor een bepaald uiterlijk maakt, valt er al snel een groot deel van de zonnepanelen af.
Heb je een plat dak? Dan zal de kleur of het uiterlijk van het paneel niet zo veel uit maken. Je kunt dan kiezen voor een paneel met een witte backsheet. Deze panelen hebben vaak een iets hoger vermogen voor een gunstige prijs, omdat de cellen minder snel warm worden door de witte achtergrond. Ook een zilver frame is soms een optie. Het niet anodiseren van het frame scheelt een stap in het productieproces en heeft daardoor een gunstige invloed op de prijs.
Heb je een schuin dak? Dan kan het zijn dat het uiterlijk van een paneel er wel toe doet. Een full black paneel heeft zwarte cellen, een zwarte backsheet en een zwart frame. Deze zonnepanelen worden wat sneller warm door de zwarte kleur, en hebben daardoor vaak een wat lager piekvermogen. Van een full black zonnepaneel krijg je eigenlijk nooit spijt!
Glas glas zonnepanelen zijn soms transparant tussen de cellen. Dan krijgen de dunne randjes tussen de cellen de kleur van de achtergrond.
Het vermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in wattpiek (wp). Dit is het maximale vermogen dat het paneel produceert als alle omstandigheden perfect zijn. De zon moet dus in de goede hoek staan, de temperatuur moet precies goed zijn, er mag geen nevel in de lucht hangen, het zonnepaneel moet schoon zijn, etc.. Een zonnepaneel met een hoger vermogen kost vaak een beetje meer dan een paneel met een lager vermogen. Hoe belangrijk dit is hangt dus af van of je voldoende ruimte op je dak hebt om het gewenste vermogen op te wekken, of dat je juist ruimte te kort komt!
We hebben de eerste selectie alvast gemaakt door alleen ‘Tier 1’ producenten in ons assortiment op te nemen. Tier 1 is het stempel dat zonnepaneel fabrikanten krijgen als uit het 3-maandelijkse onderzoek van Bloomberg blijkt dat ze financieel stabiel zijn. Alleen fabrikanten die minimaal 10 jaar bestaan komen in het onderzoek naar voren. Daardoor kunnen we vol vertrouwen achter onze merken staan.
Als je op het paneel klikt zie je hoeveel jaar garantie de fabrikant geeft. Vaak zie je een splitsing tussen de productgarantie (soldeerverbindingen, junctionbox, connectoren, etc.), en de opbrengstgarantie (hoeveel vermogen een paneel na een aantal jaren nog heeft). De duur van de garantie zegt niet altijd iets over de kwaliteit van het zonnepaneel. Het zegt wel iets over het risico dat de zonnepaneelfabrikant bereid is om te nemen.
Hoe werken zonnepanelen?
Het eerste wat je ziet aan een zonnepaneel is de glasplaat aan de voorkant. Aan de achterkant zit meestal een folie, zodat het geheel waterdicht is. Dit kan ook een glasplaat zijn, dan is het een glas-glas zonnepaneel.
Aan de achterkant van het paneel zie je ook twee kabels van ongeveer 1 meter lang. Aan de ene kabel zit een male MC4 connector, en aan de andere kabel een female MC4 connector. Zonnepanelen die aan elkaar grenzen kun je dus gewoon met elkaar doorverbinden!
Deze kabels komen uit de ‘junction box’, waar ook de by-pass diodes in zitten. Per diode is een serie zonnecellen aangesloten met zilveren aansluitlijnen.
Tussen de glasplaat aan de voorkant, en de folie op de achterkant, zit een laag zwarte (of blauwe) zonnecellen. Deze zonnecellen zetten licht om in elektriciteit.
Het belangrijkste onderdeel van de cel is het dunne laagje silicium. Deze halfgeleider fungeert als diode en zorgt ervoor dat de elektronen maar één kant op kunnen als er zonlicht op valt. Elektronen van andere lagen bewegen door het silicium heen op het moment dat er zonlicht op valt, en zo ontstaat de stroom in je zonnepaneel!
Een zonnepaneel is ‘splitcell’ heeft 120 halve cellen, wat betekent dat?
Waarom halfcell technologie?
Temperatuur coëfficiënt uitgelegd
De meeste zonnepanelen zijn opgebouwd uit 60 cellen. In een zonnepaneel zonder ‘splitcell’ zijn die 60 cellen over het algemeen verdeeld over 5 ‘bushbars’. Als het zonnepaneel in portrait staat (dus zoals een portretfoto) verdelen deze bushbars het paneel in 5 banen van totaal 12 cellen (2 rijen van 6 cellen), die in serie zijn aangesloten. Als 1 van deze cellen schaduw vangt, presteren alle cellen in die serie alsof ze schaduw vangen.
Bij een splitcell zonnepaneel zijn de 60 cellen gehalveerd en zijn de bushbars anders verdeeld. Als het zonnepaneel in portrait staat is de bovenste helft van het zonnepaneel van links naar rechts verdeeld in 3 bushbars (10×2 halve cellen). De onderste helft van het zonnepaneel heeft dezelfde verdeling. Totaal is het zonnepaneel dus in 6 bushbars verdeeld, en zal dit paneel dus anders met schaduw omgaan dan een paneel met 5 bushbars en hele cellen!
Je ziet het ene na het andere zonnepaneel voorbij komen met 108, 120 of 144 halve cellen. Maar waarom zou je zo’n hele cel halveren, om ze vervolgens toch in zijn geheel te gebruiken? Dit heet Halfcell technologie.
Door de cellen te splitsen en in parallel te schakelen, halveer je de stroom (Amperes) die door het paneel loopt. Daardoor heb je minder verlies, en betere efficiëntie. Door minder weerstand heb je ook minder last van hotspots, die alleen maar zorgen voor warmte.
Daarnaast zoekt de omvormer naar het maximale power punt in de string. Bij bepaalde schaduwsituaties zul je meer vermogen uit je zonnepanelen halen! Als je last hebt van schaduw op een halfcell zonnepaneel, zorg er dan wel voor dat die schaduw zich slechts op 1 helft manifesteert. Anders vallen de schaduwvoordelen toch een beetje tegen.
Bij 1/6e deel schaduw zal het verschil tussen een regulier fullcells zonnepaneel en een halfcell zonnepaneel tegen vallen.
Bij 2/6e deel schaduw is het verschil al groter.
Bij 3/6e (ofwel de helft) is het voordeel het grootst. Hier zal een fullcells paneel geheel uitvallen, waar een halfcell paneel voor de helft mee blijft doen!
Op een zinderend hete en zonnige dag vragen we ons vaak af waarom onze zonnepanelen het minder goed doen dan verwacht. Hoe kan dat eigenlijk?
Zonnepanelen worden warm, dat is ook logisch want ze liggen in de zon, en produceren zelf ook warmte omdat het een elektrisch apparaat is. Net als alle apparaten doen zonnepanelen het minder goed als ze warm lopen. Hoe sterk ze hierop reageren kun je in de datasheet terugvinden onder het kopje ’temperatuurcoëfficiënt’.
Je ziet dat er op spanning, stroom en power een andere waarde genoteerd staat. In de datasheet staat ook altijd beschreven op welke temperatuur de genoteerde spanning, stroom en power gebaseerd zijn.
We gaan een rekenvoorbeeld doen. Een zonnepaneel wekt bij een temperatuur van 20 graden celcius ca 320 watt op, op zijn piek. Het is echter heel warm buiten en de zonnecellen nemen een temperatuur van 45 graden aan. Dat is een verschil van 25 graden. De temperatuur coëfficiënt is -0,29%. Per graad dat het warmer wordt, gaat er dus 0,29% van die 320 watt af! 320/99.71=319.072 watt. Deze som doe je 25 keer, omdat het over 25 graden verschil gaat. Je komt dan uit op 297,6 watt, puur omdat de temperatuur was gestegen!
Dit is de reden dat je zonnepanelen voornamelijk in april en mei wél hun pieken kunnen halen. Dan zijn ze nog lekker koel, maar staat de zon wel in een gunstige hoek. En als de zon dan achter de wolken vandaan komt knállen je zonnepanelen omhoog!
(PERC) Percium zonnecellen, wat is dat eigenlijk?
Wat is eigenlijk het verschil tussen N-type en P-type cellen in zonnepanelen?
HPBC technologie van Longi, wat is dat?
Een zonnecel bestaat uit een aantal laagjes over elkaar, waarbij Silicium de halfgeleiderlaag is. Om stroom te maken heb je positief- en negatief geladen delen nodig. Silicium wordt positief geladen in combinatie met Boor, en negatief geladen in combinatie met Fosfor. Bij N-type panelen is de dikste siliciumlaag met fosfor gecombineerd, dus Negatief geladen.
Door dat fosfor is het zonnepaneel minder gevoelig voor verontreinigingen en defecten in het materiaal, wat voor een hogere efficiëntie zorgt. Daarnaast heeft het zonnepaneel minder last van degradatie door zonlicht en is het minder gevoelig voor temperatuursschommelingen. Zo’n N-type zonnepaneel gaat dus langer mee, vandaar dat de garantie van dit soort zonnepanelen vaak ook langer is!
PERC (Passivated Emitter Rear Cell) zonnecellen, ofwel percium zonnepanelen, is een techniek die al lang wordt toegepast bij heel veel zonnepanelen. Een zonnepaneel bestaat uit meerdere materialen die in lagen over elkaar zijn gelegd. De onderste laag is een aluminiumlaag, die de zonnestraling absorbeert. Dat is zonde, want dat creëert warmte, en geen stroom. Een PERC cel heeft een extra laagje tussen de aluminium achterlaag en de zonnecel, die de zonnestraling terug reflecteert, om die zonnestraling nóg een keer in stroom om te kunnen zetten. Slim toch?
Longi Solar heeft een nieuwe technologie ontwikkeld. De HPBC (Hybrid Pacifated Back Contact) cellen hebben de busbars aan de achterkant in plaats van aan de voorkant van het zonnepaneel geplaatst. Daardoor zijn de bekende zilveren lijntjes in het zonnepaneel niet meer zichtbaar, en krijgt het zonnepaneel een heel egaal zwart uiterlijk. Slim!
Hoeveel zonnepanelen heb ik nodig?
Hoeveel zonnepanelen passen er op je dak?
Hoeveel kWh verbruik je per jaar?
Oriëntatie en hellingshoek
Over het algemeen is het beschikbare dakoppervlak de beperkende factor. Het is dus interessant eerst te kijken hoeveel zonnepanelen er eigenlijk op je dak passen! Een zonnepaneel is ongeveer 1,14 meter bij 1,76 meter. Sommige panelen zijn een stukje groter, of juist kleiner, dus het is goed eerst een keuze voor een specifiek paneel te maken!
Heb je een schuin dak? Dan houd je 20 cm vanaf de dakranden aan in verband met de wind en het water dat toch echt in je dakgoot moet komen. Tussen de panelen komt zo’n 1,8 cm klemruimte. Het is het mooist om ook tussen de rijen 1,8cm aan te houden. Zo krijg je de meeste eenheid in je installatie.
Heb je een plat dak? Dan houd je een stuk meer afstand tot de dakrand aan. Bij een dak van 3 meter hoog houd je 75 cm aan, bij een dak van 6m hoog 1,3 meter. Dit heeft te maken met de windkrachten aan de dakranden! Tussen de panelen in 1 rij komt 1,8cm klemruimte. Plaats je meer rijen? Dan kun je in het geval van portrait of landscape kiezen voor 50 cm of 70 cm gekoppelde tussenruimte, of je plaatst de rijen los van elkaar als een andere afstand beter uit komt. Kies je een kleinere tussenruimte, dan vangt de achterliggende rij meer schaduw, dan als je een grotere tussenruimte kiest.
Wil je meer weten over het montagesysteem? Kijk dan eens bij de categorie ‘montagemateriaal‘!
Hulp nodig bij het maken van een legplan? Mail gerust een schets met daarin de afmetingen van het dak. Onze specialisten helpen graag met het maken van een geschikt dakplan. Geef in de schets goed aan waar het zuiden is, of waar de onderkant van het dakvlak is. Geef ook aan of je aangrenzende dakvlakken hebt waardoor de afstand tot de dakrand niet aangehouden hoeft te worden, en of je de no go zone al in je maten zijn verwerkt. Heb je al een gewenste plaats voor de dakdoorvoer, geeft dat dan ook aan in de schets.
Als je weet hoeveel kWh (kilowattuur) je per jaar verbruikt, kun je uitrekenen hoeveel vermogen je zonnepanelen in totaal moeten hebben om je verbruik af te dekken. Hoeveel kWh je op jaarbasis verbruikt kun je vinden op de eindafrekening van je energieleverancier. Met zo’n rekensom ga je er vanuit dat je mag salderen.
Houd er rekening mee dat we in de toekomst allemaal meer stroom gaan verbruiken, dus dat het niet onverstandig is iets meer vermogen neer te leggen!
Afhankelijk van de oriëntatie en hellingshoek van de panelen mag je een bepaald rendement van de zonnepanelen verwachten. Hier is een ingewikkelde rekensom voor waarbij je onder andere het aantal zonuren, rendement op verschillende momenten van de dag en temperatuurschommelingen meeneemt. De ervaring leert echter dat je op basis van de oriëntatie en hellingshoek een omrekenfactor mag gebruiken. Let op: deze omrekenfactor houdt geen rekening met schaduw!
In het geval van een zuid opstelling met een hellingshoek tussen de 10 en 45 graden, dan mag je rekening houden met omrekenfactor 0,9. Installeer je in totaal 2000 wattpiek, dan mag je op jaarbasis ongeveer 2000*0,9 = 1800 kWh op jaarbasis verwachten. Plaats je de zonnepanelen in een oost-west opstelling met een hellingshoek van 10 graden? Dan houd je rekening met omrekenfactor 0,85. In het geval van 2000 wattpiek houd je dan dus 2000*0,85 = 1700 kWh over op jaarbasis.
Als je andersom rekent en uit gaat van een gewenst aantal kWh, dan deel je het gewenste vermogen door de omrekenfactor.
Verbruik je zo’n 3000 kWh op jaarbasis en leg je de zonnepanelen richting het zuiden op een hellingshoek van 13 graden? Dan heb je zo’n 3000/0,9 = 3333 wattpiek nodig. Plaats je panelen van 335 wattpiek? Dan heb je 3333/335 = 10 zonnepanelen nodig.
Zonnepanelen onderhouden
Zonnepanelen hebben geen bewegende delen, wat betekent dat ze weinig onderhoud nodig hebben. Daarnaast hebben ze een coating die ervoor zorgt dat het vuil gemakkelijk van het paneel af glijdt. Zolang je hellingshoek niet te klein is, heb je er dus weinig onderhoud aan. Ze zijn ontworpen om bestand te zijn tegen de elementen en kunnen tientallen jaren meegaan met minimaal onderhoud. Ze blijven gewoon doen waar ze voor gemaakt zijn: Zonlicht omzetten in stroom.
Je kunt natuurlijk wel wat doen om je zonnepanelen in goede staat te houden.
- Maak je zonnepanelen aan het begin van het seizoen even schoon met een zachte borstel of spons, en water. Schoonmaakmiddelen zijn in de basis niet nodig. Leidingwater bevat vaak veel kalk. Daarom wordt vaak osmosewater of gedestilleerd water aanbevolen. Water uit de regenton voldoet ook heel prima. Dan kunnen ze er weer een heel seizoen tegenaan!
- Als je dan toch op je dak bent, kijk dan ook even goed of alle connectoren en solarkabels nog in goede staat zijn. Check even of de connectorsets niet vervormd of beschadigd zijn geraakt. Zet eventueel losgeraakte connectoren weer even goed vast met een tywrapje of kabelclipje en vervang een solarkabel als hij er niet meer helemaal goed uit ziet. Bekijk je solarkabels vooral even goed bij de dakdoorvoer. Daar maken ze een bocht en kan het zijn dat ze wat gaan schuren.
- Ook je omvormer behoeft weinig onderhoud, al is het verstandig zo af en toe even te kijken of zich geen stof tussen de koelribben of eventueel voor de ventilator heeft verzameld. De condensatoren in je omvormer gaan aanzienlijk langer mee als de omvormer in een lekker koele ruimte hangt en als hij niet vaak warm hoeft te draaien.
- Check regelmatig even via je monitoring tool of alles het nog goed doet. Als er iets aan de hand is merk je het dan gelijk!
Zonnepanelen recyclen
Wist je dat we in Nederland een verwijderingsbijdrage betalen zodat zonnepanelen in de toekomst op een verantwoorde manier gerecycled kunnen worden? Vanaf 1 juli 2023 is dit 40 euro per ton zonnepanelen. Dat is ongeveer 80 cent per zonnepaneel. Zonnepanelen gaan zo’n 25 jaar mee, of misschien wel langer. Er wacht ons dus nog een beste opgave om al deze zonnepanelen op een milieuvriendelijke manier te verwerken. Wecycle heeft verschillende inzamelpunten voor afgedankte zonnepanelen. Momenteel worden deze verpulverd, waarna het zilver, koper, aluminium, silicium en glas zo veel mogelijk gefilterd wordt, en het restant in bijvoorbeeld beton wordt verwerkt. Maar hoe mooi zou het zijn als we nog bruikbare delen uit de zonnepanelen die voor een gedeelte gedegradeerd zijn kunnen hergebruiken, en zo deel uitmaken van een circulaire economie? Daarvoor wordt momenteel een fabriek ontworpen. Duurzaamheid van productie tot recycling!”