Enphase handleidingen
Enphase micro-omvormers zijn ontworpen om optimaal te presteren onder verschillende omstandigheden, zoals schaduw, diverse hellingshoeken en oriëntaties. Met onze geavanceerde micro-omvormers kan elk zonnepaneel individueel worden gemonitord en geoptimaliseerd, wat zorgt voor maximale efficiëntie en betrouwbaarheid van uw systeem. Hier vind je de meest gezochte handleidingen.
Heb je andere vragen, kijk dan eens op onze veelgestelde vragen pagina.
De onderdelen van een Enphase systeem
Een Enphase systeem maakt gebruik van micro-omvormers die je per zonnepaneel installeert. Deze omvormers zetten de gelijkstroom direct om in wisselstroom, waardoor elke paneel onafhankelijk werkt en het systeem als geheel efficiënter en betrouwbaarder is. Naast de micro-omvormers zijn er nog diverse andere componenten nodig om het systeem optimaal te laten functioneren. Hieronder leggen we uit welke Enphase onderdelen er zijn en wat hun functies zijn.
IQ8 Micro-omvormers
Een Enphase systeem bestaat in de basis uit micro-omvormers die geschikt zijn voor diverse typen zonnepanelen. Voor elk paneel is een aparte micro-omvormer nodig, afgestemd op het specifieke type paneel.
- IQ7+: Topt af op 290 Watt, en heeft minimaal 27 volt werkspanning nodig om goed te werken. .
- IQ7A: Topt af op 350 Watt, en heeft minimaal 38 volt werkspanning nodig om goed te werken. Deze micro-omvormer is geschikt voor zonnepanelen met een 72-cells design.
De bovenstaande 2 IQ7-serie modules kunnen gecombineerd worden met bestaande systemen waar al IQ7-serie omvormers geplaatst zijn. Dat geldt niet voor de IQ8-serie hieronder.
- IQ8+: Topt af op 290 watt, en heeft minimaal 27 Volt werkspanning nodig om goed te werken.
- IQ8M: Topt af op 325 watt, en heeft minimaal 30 Volt werkspanning nodig om goed te werken.
- IQ8MC: Topt af op 325 watt, en heeft minimaal 25 Volt werkspanning nodig om goed te werken. Deze micro-omvormer is geschikt voor de de meeste zonnepanelen uit ons assortiment.
- IQ8AC: Topt af op 360 watt, en heeft minimaal 28 Volt werkspanning nodig om goed te werken. Deze micro-omvormer is geschikt voor een selectie van de zonnepanelen uit ons assortiment.
- IQ8HC: Topt af op 380 watt, en heeft minimaal 29,5 Volt werkspanning nodig om goed te werken. Deze micro-omvormer is geschikt voor zonnepanelen met een relatief hoge werkspanning.
Gebruik de Enphase System builder om het advies van Enphase te bekijken. De compatibiliteitscalculator van Enphase geeft enkel aan of het gekozen paneel de micro-omvormer niet zal beschadigen.
Let bij het bepalen van de werkspanning van een zonnepaneel altijd op de temperatuurscoëfficiënt. Met elke graad dat de celtemperatuur stijgt, daalt de opgegeven spanning met een bepaald percentage.
IQ Gateway / Enphase Envoy S
De IQ Gateway of Envoy S is essentieel voor de communicatie en monitoring van je Enphase systeem. Het verzamelt data van de micro-omvormers en zorgt voor een continue informatiestroom.
- IQ Gateway Standard: Houdt de energieproductie bij.
- IQ Gateway Metered: Meet zowel de energieproductie als het verbruik van het huishouden.
Een IQ8-serie Enphase systeem werkt niet zonder Envoy. Daarnaast is de Envoy voor alle Enphase systemen een verplichte voorwaarde voor garantie.
Q-Cable
De Q-kabels van Enphase verbinden de micro-omvormers met elkaar en met de Gateway. Ze zijn beschikbaar voor 1-fase en 3-fase systemen. De Q-cables zijn er ook in landscape en portrait, wat bepaalt hoe ver de connectoren uit elkaar geplaatst zijn.
- 1-fase Q-kabel portrait: Maximaal 8 micro-omvormers per branche. Connectoren op 1,3m uit elkaar.
- 1-fase Q-kabel landscape: Maximaal 8 micro-omvormers per branche. Connectoren op 2m uit elkaar.
- 3-fase Q-kabel portrait: Maximaal 18 micro-omvormers per branche. Connectoren op 1,3m uit elkaar.
- 3-fase Q-kabel landscape: Maximaal 18 micro-omvormers per branche. Connectoren op 2m uit elkaar.
Q-Relais
Het Q-relais zorgt ervoor dat je PV-systeem bij een netstoring automatisch wordt losgekoppeld en weer wordt verbonden zodra het net stabiel is. Deze is noodzakelijk om het Enphase systeem aan de NEN1010 te laten voldoen.
Extra Accessoires
- Q-cable einddop: Sluit de uiteinden van Q-kabels waterdicht af.
- Q-cable connector male en female: Voor het verlengen of splitsen van Q-kabels.
- 1-fase male: Pro-tip: Past ook op een micro omvormer! Gebruik een lengte Q-cable minder, en vervang de einddop voor een male connector om kosten te besparen.
- 1-fase female
- 3-fase male: Deze past helaas niet op een micro-omvormer. Houd hier rekening mee met het ontwerpen van je systeem.
- 3-fase female
- Q-cable waterdichte afsluitkap: Beschermt ongebruikte aansluitingen.
- CT-spoelen (Split core current transformer): Monitoren de energieproductie en het verbruik. Ze kunnen gebruikt worden in combinatie met de Envoy S Metered, waar er standaard al twee bijgeleverd worden.
- Ferrietringen: Verminderen ruis en verbeteren de communicatie.
- Q-cable ontkoppelsleutel: Essentieel stuk gereedschap tijdens de installatie!
- UV-bestendige kabel: Om de verbinding van de Q-cable naar de meterkast te maken. Deze moet minimaal 4mm2 zijn, of dikker al naar gelang de kabelberekening aangeeft.
- Gietmof pakket: Om een waterdichte verbinding tussen de Q-cable en de UV-bestendige kabel te maken
- Wago lasklemmen: Om een goede verbinding van gevlochten kernen te garanderen in een lasdoos
- Aardedraad 6mm2: Om het montagesysteem te aarden aan de aarderails in de meterkast.
Een doe het zelf installateursaccount aanmaken bij Enphase
Ga je een Enphase systeem installeren, dan heb je een Enlighten account nodig. Enlighten is het monitoringportaal van Enphase. Ben je doe-het-zelver en ga je je eigen systeem installeren, dan kun je een doe-het-zelf installateursaccount aanmaken. Ook bedrijfsmatig kun je via deze pagina een account aanmaken bij Enphase Enlighten.
Registreren bij Enphase Enlighten
Met dit account kun je later inloggen op de Enphase Installer Toolkit. Een essentiele app voor het in bedrijf stellen van je Enphase systeem.
Een Enphase systeem installeren
Maak een legplan
Zorg ervoor dat de branches zo kort mogelijk zijn, en laat ze samenkomen in een lasdoos. Als een soort ster, of center access. Houd rekening met de maximale branchelengte zoals hierboven uitgelegd, en zorg ervoor dat er niet te veel micro’s aangesloten worden op een zekering of fase!
Enphase micro-omvormers monteren
Een Enphase micro-omvormer kan verticaal of horizontaal onder een zonnepaneel gemonteerd worden. Houd voldoende ruimte tussen het dak en de omvormer (1,9cm), en tussen het zonnepaneel en de omvormer (1,3cm). Bij verticale montage houd je minimaal 30cm afstand tot de randen van het zonnepaneel aan.
In het geval van plat dak kun je ze dus op de kop in de voet van een Solarstell basiselement plaatsen, met een beplatingsschroef aan de achterkant van het basiselement bevestigen, met een dakhaakboutje en een groefmoer aan het bestaande bevestigingsgaatje van het paneelframe bevestigen.
Ook op schuin dak kun je de optimizer railsmontage gebruiken om de micro-omvormer aan het zonnepaneel te bevestigen, of aan de Solarstell montagerails.
Pro-tip: Maak een installatiekaart waarop helder vermeld staat welke micro-omvormer waar geplaatst is op je legplan. Zo weet je later in het monitoringsysteem welk paneel waar hoort! Hier kunnen later ook het serienummer van het relais en de envoy op vastgelegd worden.
De Enphase Q-Cable plaatsen
Plaats de Q-cable langs de micro-omvormers. Zorg ervoor dat er voldoende kabel is zodat er geen spanning op de kabels komt te staan. Als je tevreden bent over hoe de kabel ligt, klik je de connectoren goed, hoorbaar, vast in de micro-omvormers. Bevestig de Q-cable goed aan het montagesysteem met kabelclips of kabelbinders. Dop branches aan de ene zijde af met een Q-cable einddop, of zet er een Q-cable connector male aan om de laatste micro-omvormer aan te sluiten. Dek ongebruikte aansluitingen af met de waterdichte afsluitkappen. De andere zijde van een branche moet gekoppeld worden in de lasdoos.
Het Q- relais en de lasdoos plaatsen
Het Q-relais komt op een vrije groep in de meterkast. Trek vanaf het Q-relais een neopreen kabel naar een lasdoos met gietmof op het dak. Controleer vóórdat je verder gaat of de spanning op de aders overeen komt met de verwachte waardes. Bij 1-fase systemen verwacht je tussen L1 en neutraal ca 230 volt. Bij 3-fase systemen verwacht je tussen de vasen ca 400 volt, en tussen de fase en neutraal ca 230 volt. Schakel dan direct de zekering weer uit, zodat je verder spanningsvrij kunt werken.
Verbind de neutraal van de Q-cable aan de neutraal van de neopreen. Verbind Fase 1 van de Q-cable aan fase1 van de neopreen, etc.. Gebruik Wago lasklemmen voor een veilige verbinding tussen gevlochten kernen.
Pro-tip: Giet de lasdoos met gietmof pas af met hars als het gehele systeem getest is, om te voorkomen dat je dit gedeelte overnieuw moet doen.
De zonnepanelen aansluiten
Verbind de plus- en minkabel die achter de zonnepanelen zitten elk aan hun eigen micro omvormer. Deze zal 6 keer groen knipperen als het zonnepaneel dc spanning aanlevert. Daarna zal de led indicator aangeven dat er geen connectie is met het net. Ze zullen nu nog geen stroom produceren.
Envoy / Gateway aansluiten
De gateway kan gewoon op de dinrails in de meterkast geplaatst worden. Dan moet er natuurlijk wel genoeg ruimte zijn. Is er niet voldoende ruimte, of heb je een metalen meterkast, dan kun je het meegeleverde stukje dinrails ook op een stevige achtergrond in de buurt van de meterkast monteren.
Sluit de voeding van de gateway aan. Dit mag een 1,5mm2 ymvk kabel zijn. Het mooiste is om de gateway een eigen vrije groep in de meterkast te geven. Mocht er eventueel een storing zijn, dan kan het handig zijn de gateway apart van het zonnepanelen systeem te kunnen afschakelen, of juist andersom.
Schakel dan de voeding voor de gateway in. Tijdens het opstarten zullen alle 4 led lampjes gaan knipperen. Dit duurt ongeveer 3 minuten. Daarna zal de communicatieled (die pijltjes) continue rood branden. Dat betekent dat de micro-omvormers nog niet gedetecteerd zijn.
Het enphase systeem in werking stellen gaat via de Enphase installer toolkit app. Maak een nieuwe installatie aan en doorloop de systeemactivering. Vervolgens kunnen alle apparaten aan het systeem toegevoegd worden. De serienummers hiervoor heb je als het goed is op de installatiekaart staan. Met de Array Builder kun je de serienummers op de juiste plaats zetten.
Bij Envoy Connectiviteit wordt de connectie tussen de envoy en het internet tot stand gebracht. Maar connectie met de gateway door de AP modus te gebruiken en met de telefoon connectie te maken met het wifinetwerk wat de envoy uitstuurt.
Deel het overzicht nog even met de ‘huiseigenaar’ voor monitoring en klaar is kees!
Helemaal tevreden? Dan kun je het systeem onder spanning zetten.
Wacht 10 minuten voordat je de statuslampjes gaat checken. Op het Q-relais verwacht je 2 groene lampjes. De Envoy moet nog even zoeken naar alle micro-omvormers. Het duurt best lang voordat die alle led-indicatoren op groen heeft staan!
Enphase Troubleshooting
De Envoy / Gateway kan de micro-omvormers niet vinden
De communicatieled op de Gateway brandt continue rood.
De micro-omvormers hebben zonlicht nodig om te kunnen communiceren met de gateway. Is het toevallig al wat aan het schemeren? Wacht even tot een zonnig moment en probeer het dan opnieuw.
Een andere oorzaak kan zijn dat de route van de gateway naar de micro omvormers wordt verstoord.
- Controleer via de Installer Toolkit app welke omvormers het probleem geven. Als het een specifieke branche is weet je waar je moet zoeken. Ook als het een specifieke omvormer is weet je waar je het probleem kunt vinden.
- Staat de vrije groep waar het Enphase systeem op is aangesloten aan, en is die verbinding van voldoende kwaliteit? Slecht contact is hier een veel geziene boosdoener.
- Zijn de zonnepanelen goed op de omvormers aangesloten?
- Volg het AC traject met AC metingen.
Q-relais geeft 1 rode LED indicator
Blijft led nr 1 op rood hangen, dan is er aan de AC-zijde een afwijkende meting op spanning gedaan. Check het AC traject!
Blijft led nr 2 op rood hangen, dan is er aan de AC-zijde een afwijkende meting op de frequentie gedaan. Check het AC traject!
Q-relais geeft 2 knipperend rode LED indicatoren
Er is nog geen netwerprofiel ingesteld. Via de Installer Toolkit moet een grid profile naar het relais worden verstuurd. Voor Nederland moet deze code op EN 50549-1:2019 RfG E02 Netherlands komen te staan.
AC metingen verrichten in het geval van Enphase
Geven de micro omvormers aan dat ze geen spanning op de AC zijde meten, of dat de spanning niet overeen komt met het netwerprofiel dat je hebt ingesteld? Dan moeten er AC metingen worden verricht. Hiervoor heb je een multimeter nodig.
De AC spanning neemt altijd een vaste route. Van de vrije groep in de meterkast, via het Q-relais, naar de lasdoos, over de Q-cable, naar de micro-omvormer.
We beginnen bij het Q-relais
Meet met de multimeter tussen fase 1 en de Neutraal de spanning aan de GRID zijde. (Let even goed op. Bij het 1fase relais is dit aan de bovenkant, bij het 3fase relais aan de onderkant.) In het geval van een 3fase relais, meet je hetzelfde ook voor L2 en L3. Je zou voor deze metingen ongeveer 230 volt moeten krijgen. Meet je hier 0 volt? Check de stroomtoevoer naar het Q-relais in de meterkast!
Als je wel die 230 volt meet, gaan we door naar de volgende stap. Meet weer met een multimeter steeds tussen de fase en neutraal, maar dan aan de PV zijde van het relais. Ook hier zou je 230 volt moeten meten. Als je hier 0 volt meet, check dan eerst via de installer toolkit of het netwerkprofiel juist is ingesteld. De LED indicatoren op het relais zijn hier ook behulpzaam. Zijn beide LED indicatoren groen, en is het netwerkprofiel juist ingesteld? Probeer het systeem dan eens zonder Q-relais aan de praat te krijgen. Lukt dit wel, dan moeten we Enphase inschakelen om te bepalen wat de vervolgstappen kunnen zijn.
Het volgende meetpunt is de Lasdoos
Heb je de lasdoos binnen geplaatst en zit er geen hars in, dan kun je hier metingen verrichten. Ligt jouw lasdoos op het dak en heb je er hars in zitten, dan is het lastig om hier metingen uit te voeren. Komt er 230 volt vanaf het Q-relais, en zijn alle connecties in de lasdoos goed? Alles even loshalen en weer goed vastzetten kan wonderen verrichten. Zijn er niet te veel haartjes weggesneden met het strippen van de kabel, waardoor slecht contact is ontstaan? Is de Neopreen kabel tussen het relais en de lasdoos van voldoende dikte? Kan er geen vocht in de lasdoos zijn gekomen?
De volgende stap is de Q-cable
Haal de Q-cable van eerste micro-omvormer in de string los met de Q-cable ontkoppelsleutel en meet op de connector van de Q-cable (Meet dus níét op de micro-omvormer zelf!) of de spanning daar weer netjes 230 volt is. Is dit niet het geval, dan zit er een probleem tussen de Q-cable en de lasdoos.